Macroeconomie

Wat bestudeert de macroeconomie

In de macroeconomie worden veel gegevens gebruikt om de prestaties van een economie te meten en te begrijpen, maar drie zijn bijzonder belangrijk: het reële bbp, inflatie en werkloosheid. Het reële bbp meet tegelijkertijd het totale inkomen en de totale uitgaven van de economie, inflatie meet de snelheid waarmee het prijsniveau stijgt, en de werkloosheidsgraad meet het deel van de beroepsbevolking dat momenteel geen werk heeft. Macroeconomie bestudeert hoe deze drie variabelen worden bepaald, hun veranderingen in de tijd en de interactie ertussen.

In de loop van de tijd groeit het bbp meestal, waardoor de bevolking een hogere levensstandaard kan genieten. Maar deze groei is niet stabiel; er zijn periodes waarin het reële bbp krimpt. Deze periodes worden recessies genoemd, en als de daling van het reële bbp ernstig is, wordt dit een depressie genoemd. Gewoonlijk volgt daarop een herstelperiode en vervolgens een hoogconjunctuur. Macroeconomie houdt zich bezig met het bestuderen van de oorzaken en gevolgen van elk van deze periodes, zowel op korte als op lange termijn, rekening houdend met het feit dat ze vaak onvoorspelbaar zijn.

Economieën gaan door moeilijke periodes, gekenmerkt door hoge werkloosheidscijfers, recessies, financiële crises en lage groei. Macroeconomie probeert te begrijpen en te verklaren waarom dit gebeurt en wat eraan kan worden gedaan.

Verschillen tussen macroeconomie en microeconomie

In tegenstelling tot microeconomie, die individueel gedrag bestudeert, bestudeert macroeconomie de economie als geheel, met als doel veranderingen te verklaren die huishoudens, bedrijven en markten als geheel beïnvloeden.

Aangezien de economie bestaat uit een groep bedrijven en huishoudens die tegelijkertijd op meerdere markten met elkaar interactie hebben, zijn microeconomie en macroeconomie nauw met elkaar verbonden. Veel van de huidige macroeconomie is zelfs gebaseerd op micro-economische concepten om grote trends te verklaren. Dit staat bekend als micro-gebaseerde macroeconomie.

Sommige economen beweren dat het verschil tussen micro-economie en macro-economie niet is dat micro zich bezighoudt met het kleine en macro met het geaggregeerde, maar met wat elk studiegebied verstaat onder een individu. Micro-economie beschouwt huishoudens en bedrijven als individuen, terwijl de eenheid van studie in de macro-economie de nationale economie is.