Het optellen van vraagcurves

Om de marktvraagcurve te verkrijgen, worden de individuele vraagcurves horizontaal opgeteld. Dit betekent dat we de gevraagde hoeveelheden van elke consument optellen om de totale gevraagde hoeveelheid te vinden. Het optellen van vraagcurves is alleen mogelijk als elke vrager dezelfde prijs ondervindt; anders heeft de optelling geen betekenis.

Individuele vraag vs. marktvraag

De totale gevraagde hoeveelheid van een goed of dienst tegen een bepaalde prijs is de som van de vraag van elk van de consumenten op die markt. Om de totale vraag of marktvraag te bepalen, moeten de vraagcurves horizontaal worden opgeteld. Dit is alleen mogelijk als alle kopers dezelfde prijs ondervinden.

Grafiek van het optellen van vraagcurves

In de onderstaande grafiek wordt een voorbeeld gegeven van het optellen van twee vraagcurves. Let op: bij een prijs van 2 is de gevraagde hoeveelheid van een consument 6 en die van een tweede consument 9. Daarom is de totale gevraagde hoeveelheid bij een prijs van 2 gelijk aan 15.

De vraagcurves wiskundig optellen

In het volgende voorbeeld worden de eerder geplotte vraagfuncties gebruikt en opgeteld om de totale vraag te bepalen.

$$ \text{Eerste vraagcurve:} \quad Q_1 = D^1(p) $$

$$ \text{Tweede vraagcurve:} \quad Q_2 = D^2(p) $$

$$ \text{Totale vraag:} \quad Q = Q_1 + Q_2 = D^1(p) + D^2(p) $$

$$ \text{Voorbeeld van de eerste curve:} \quad Q_1 = 10 - 2p $$

$$ \text{Voorbeeld van de tweede curve:} \quad Q_2 = 15 - 3p $$

$$ \text{Som van de twee vraagcurves:} $$

$$ Q = Q_1 + Q_2 $$

$$ Q = (10 - 2p) + (15 - 3p) $$

$$ Q = 10 - 2p + 15 - 3p $$

$$ Q = (10 + 15) - (2p + 3p) $$

$$ Q = 25 - 5p $$

Deze wiskundige methode kan worden gegeneraliseerd voor drie of meer vraagfuncties.